Melkveebedrijven worden de laatste jaren steeds groter en intensiever. Het krachtvoer wordt duurder, grondprijzen stijgen en er is meer mest beschikbaar. Hierdoor ontstaat de noodzakelijke uitdaging om alle bedrijfsfacetten te optimaliseren.
Dit geldt dus ook voor het grasland. Ruim 80% van de veehouders weidt de koeien. Doordat de bedrijven blijven groeien vormt het grondbezit een forse kostenpost. Des te belangrijker wordt het dus dit bezit zo rendabel mogelijk te gebruiken.
Er zijn verschillende graslandgebruikssystemen. Elke veehouder heeft hierin zijn eigen manier van werken, verkaveling, ruimte (gebrek), grondsoort, arbeidsbezetting, veebezetting, staltype en melksysteem, mechanisatie; alles heeft invloed op de manier waarop de veehouder zijn grasland bewerkt.
Vooral de planning van de eerste snede is bepalend voor het verloop van de beweiding gedurende een groot deel van het seizoen. Het komt nogal eens voor dat de melkkoeien aan het eind van de eerste snede in te lang gras lopen. Om dit te voorkomen, is het nodig groeitrappen te hebben.
Voor een goede aansluiting van de eerste snede op de tweede is het belangrijk om ook vroeg met de voederwinning te beginnen.